Asbest

Asbest is een verzamelnaam voor een aantal mineralen die zijn opgebouwd uit microscopisch kleine, naaldachtige vezels. Asbest werd vaak gebruikt om zijn goede eigenschappen: het was sterk, slijtvast, bestand tegen logen, zuren en hoge temperaturen, isolerend en goedkoop. Pas later werd bekend dat werken met asbest zeer ernstige risico’s voor de gezondheid met zich mee kan brengen. Met ingang van 1 juli 1993 is de verkoop van asbest of asbesthoudende producten in Nederland nagenoeg verboden.

Hoe werd asbest gebruikt?

Asbest is vooral na 1945 op grote schaal in de handel gebracht en gebruikt in fabrieken, woningen en schuren, maar bijvoorbeeld ook in schepen of wegen. Ook is er asbesthoudend materiaal in puin en grond terechtgekomen.

Asbest werd op twee manieren toegepast: hechtgebonden en niet hechtgebonden of losgebonden. Een voorbeeld van hechtgebonden asbest is asbestcementplaat. Een voorbeeld van losgebonden asbest is spuitasbest.

Als asbestvezels goed (hechtgebonden) vastzitten in het materiaal, bestaat er weinig kans dat de vezels in de lucht terechtkomen en schade veroorzaken. Onbeschadigde asbestcementplaten hoeven dan ook niet te worden verwijderd. Spuitasbest, dat werd gebruikt als isolatiemateriaal, moet volledig worden afgedekt of verwijderd.

Asbest en blootstelling

Asbestblootstelling

Sinds het verbod op de verkoop van asbest of asbesthoudende producten per 1 juli 1993, wordt asbest niet meer toegepast. Toch kan blootstelling aan asbest in je werk nog tientallen jaren mogelijk blijven. Een belangrijk deel van de asbest die in Nederland is toegepast is nog niet geheel verwijderd. Werken met asbest kan dus niet altijd worden vermeden.

Slachtoffers

Veel werknemers hebben tijdens hun werk asbestvezels ingeademd. Soms na 30 jaar of langer kan dit leiden tot asbestziekten zoals asbestose, longkanker en mesothelioom. De beroepsmatige blootstelling aan asbest heeft ertoe geleid dat in Nederland volgens schattingen van de Gezondheidsraad per jaar 500 tot 600 mensen overlijden aan de gevolgen van hoge asbestblootstelling.

Juridische procedures

De asbestziekten hebben inmiddels geleid tot juridische procedures. Werknemers met mesothelioom willen op die manier een vergoeding voor de geleden gezondheidsschade afdwingen bij hun (ex) werkgevers die voor de schade aansprakelijk zijn.
Dergelijke procedures duren vaak erg lang. Daarom hebben de slachtofferverenigingen, de werkgevers- en werknemersorganisaties en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk een instituut opgericht, het Instituut Asbestslachtoffers. Dit instituut moet zorg dragen voor een snelle afhandeling van de claims van mesothelioomslachtoffers.

Schadevergoeding

Om de afhandeling van claims te versnellen hebben genoemde partijen afspraken gemaakt over de hoogte van de schadevergoeding, het medisch onderzoek en het onderzoek naar het arbeidsverleden van het slachtoffer.
Het Instituut Asbestslachtoffers bemiddelt tussen twee partijen: de werknemer die lijdt aan de ziekte mesothelioom en de werkgever die aansprakelijk wordt gehouden voor de gezondheidsschade.

Tegemoetkoming

Er zijn situaties denkbaar waar bemiddeling niet mogelijk is, bijvoorbeeld als een werkgever niet meer bestaat of onvindbaar is. Daarnaast kan een werkgever een beroep doen op verjaring. In die gevallen kan de werknemer geen schadevergoeding meer eisen.
Voor deze werknemers heeft de overheid een financiële regeling getroffen. Hierbij gaat het om een eenmalige tegemoetkoming die jaarlijks wordt geïndexeerd, in 2010 bedraagt de tegemoetkoming maximaal € € 18.106,-.

Voorschotregeling

Sinds 1 januari 2003 is deze regeling aangevuld met een voorschotregeling. Sinds die tijd krijgen mensen met mesothelioom veroorzaakt door het werken met asbest een voorschot op een latere schadevergoeding. De regeling is aangepast omdat de tegemoetkoming voor asbestslachtoffers vaak pas na hun overlijden werd uitbetaald. Dit komt omdat patiënten in veel gevallen na korte tijd sterven, terwijl het onderzoek of het slachtoffer recht heeft op deze vergoeding meestal lang duurt. Het voorschot is even groot als de al bestaande tegemoetkoming van maximaal € € 18.106,-.(Dit bedrag geldt voor 2010, maar wordt jaarlijks geïndexeerd).

Huisgenoten

Ook huisgenoten van werknemers die met asbest werkten, kunnen sinds 1 juli 2003 in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming als zij de ziekte mesothelioom krijgen. Huisgenoten kunnen die ziekte oplopen doordat zij in aanraking zijn gekomen met asbeststof op de kleding van de werknemer die met asbest werkte.

Werken met asbest

Laat werkzaamheden aan asbest over aan daarvoor gespecialiseerde bedrijven. Beperkte werkzaamheden aan asbest zijn formeel toegestaan, mits de juiste voorzorgsmaatregelen genomen zijn, en bekend is hoeveel vezels er vrij kunnen komen. Die concentratie mag niet boven een bepaalde grens komen. Voor niet-gespecialiseerde bedrijven is dat in de praktijk vrijwel onmogelijk. Vanwege de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan het werken met asbest moeten dergelijke werkzaamheden dus aan deskundigen overgelaten worden.

Werk je toch met asbest dan ben je verplicht:

  • materialen, hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken
  • aangebrachte beveiligingen op de juiste wijze te gebruiken en niet uit te schakelen
  • mee te werken aan voor jouw georganiseerde voorlichting, instructie en onderricht
  • gevaren voor jouw eigen veiligheid en gezondheid direct aan de werkgever te melden
  • zo nodig de deskundigen bij te staan die zijn aangesteld om je werkgever te ondersteunen bij de zorg voor goede arbeidsomstandigheden

Wat als je tijdens je werk met asbest werkt?

Bij het werken met asbest moet de werkgever de volgende maatregelen nemen:

  • Indelen van de bedrijfsruimte in een vuile zone (waar met asbest gewerkt wordt) en een schone zone. De ruimte buiten de vuile zone mag niet besmet worden.
  • Verstrekken van werkkleding die bescherming biedt tegen asbeststof.
  • Verbieden van roken, eten en drinken in de vuile zone.
  • Beschikbaar stellen van een was- en kleedgelegenheid voor ontsmetting.
  • Instellen van een ontsmettingsprocedure.
  • Schoonhouden van de werkomgeving.
  • De werkgever dient de werknemers aan de hand van een schriftelijk opleidingsplan te instrueren over de gevaren van asbest en over veilige werkmethoden.
  • Bij sloopwerkzaamheden hebben werknemers recht op aanvullende instructies. In de meeste gevallen moeten de werkzaamheden worden uitgevoerd door een deskundig asbestverwijderingsbedrijf.

Bij passieve blootstelling aan asbest

Ook als er in het bedrijf niet met asbest gewerkt wordt kunnen werknemers aan asbest worden blootgesteld. Bijvoorbeeld als er asbesthoudend materiaal is gebruikt in de plafondplaten van het bedrijfsgebouw. De werkgever moet dan bepalen hoe groot het risico is dat er asbest vrijkomt. Hiervoor moet hij onder meer het asbestgehalte van de lucht laten meten. Daarbij moet hij rekening houden met normale omstandigheden, maar ook met mogelijke reparatie- of onderhoudswerkzaamheden.
Als het niet mogelijk is om asbest te verwijderen, is de werkgever verplicht het asbesthoudende materiaal af te schermen, zodat werknemers niet met asbestvezels in aanraking kunnen komen.

Wet- en regelgeving werken met asbest

Sinds 1 juli 1993 is op grond van het toenmalige Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet (dat sinds 1 juli 1997 is opgegaan in het Arbeidsomstandighedenbesluit) het beroepsmatig bewerken en verwerken van asbest verboden. Dit komt in feite neer op een algeheel verbod van asbest. Sinds 1 september 1998 is de Regeling Bouwbesluit materialen 1998 van kracht. Op grond van deze regeling is het ook voor particulieren verboden asbesthoudende materialen in bouwwerken toe te passen.

Werken met asbest kan niet altijd worden vermeden. Immers, in gebouwen, installaties, boten, treinen en apparaten bevinden zich nog steeds grote hoeveelheden asbest.

Uitzonderingen

Op het asbestverbod bestaat daarom een aantal uitzonderingen:

  • Het uitvoeren van laboratoriumonderzoek aan asbesthoudend materiaal.
  • Onderhoud en reparatie aan asbesthoudend materiaal en het maken van aanboringen in asbesthoudend materiaal.
  • Opslag en verwerking van abesthoudend afval.
  • Het slopen van asbest uit gebouwen en objecten (constructies, transportmiddelen, installaties, apparaten en dergelijke).
  • Het in voorraad houden van asbest voor de doorvoer naar andere EER-lidstaten.
  • Het toepassen van asbesthoudende frictiematerialen, voorzover deze zijn genoemd in het Besluit asbestvrije frictiematerialen op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen.
  • Het gebruik van asbeshoudende acetyleen-gas-cylinders die voor 1 juli 1993 in omloop zijn gebracht.

Kernverplichting

Voor deze uitzonderingen moet wel aan de arbeidsbeschermende wettelijke voorschriften voor asbest worden voldaan. Kernverplichting is dat de concentratie asbeststof in de lucht, waaraan werknemes kunnen worden blootgesteld, zo laag mogelijk moet worden gehouden.

Regelgeving op Europees niveau

De Eurpese regelgeving is doorgevoerd in het Arbobesluit en omvat twee richtlijnen:

  • Richlijn 83/477/EEG over de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest op het werk.
  • Richlijn 90/394/EEG over de bescherming van werknemers tegen de blootstelling aan carcinogene agentia op het werk.

Regelgeving op Nederlands niveau

De nationale regelgeving over asbest is opgenomen in het Arbobesluti en de Arboregeling. Daarnaast is een aantal beleidsregels voor asbest opgesteld.